242 -- Gouda -- Van den Kerckhoven van Groenendijk

Zoeken
U kunt via de zoekfunctie van de browser een zoekwoord opgeven.

Contact en copyright
Deze inventaris is Copyright © 2018 Streekarchief Midden-Holland (Klein Amerika 20, 2806 CA GOUDA -- tel. 0182 - 521821)
E-mail: info@samh.nl

Laatste revisie-datum: 2009
Aan deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend.


Inventaris

samengesteld door Bert van der Saag (1988)

1 Stukken betreffende de stichting en begeving van preuven in het Oudemannenhuis en het St.-Elisabeth-gasthuis
Voor de gemeenschappelijk beheerde preuven uit de nalatenschap van Adriaan Cornelis de Lange, zie: rubriek 2.


1.1 Stukken afkomstig van Marritje Ermboutsdr. (overl. 1618) en erfgenamen


1. Akte waarbij de regenten van het St.-Catharina- en het St.-Elisabeth-gasthuis ten overstaan van schepenen verklaren dat Marritgen Ermbouts, dochter van wijlen Ermbout Gerritsz, schipper, een lijfrente heeft gekocht, die na haar dood moet worden omgezet in een preuve in het (Elisabeth-)gasthuis ten behoeve van een oude vrouw, mei 1606. De begeving van deze preuve zal toekomen aan Gerrit Cornelisz de Lange en diens nakomelingen. -- 1 charter
Alleen van het zegel van schepen Maerten Pietersz Verwerff is een deel overgebleven; preuve nr. 12.

2. Testament van Marritge Ermboutsdr, 1610; afschrift; met een afschrift van de akte waarbij zij een lijfrente koopt ten laste van het St.-Elisabeth-gasthuis, die na haar dood moet worden omgezet in een preuve, 1606, en een afschrift van een door Marritge opgestelde lijst van "staken" (familieleden) aan wie uitkeringen gedaan moeten worden, en een 17e-eeuwse aantekening van (?, de persoon die de begeving van de preuve bezit), z.d. (ca. 1620 ?). Met genealogische aantekeningen over de families Van der Graeff, Buytenwech en Vroesen / De Lange. -- 4 stukken

1.2 Stukken afkomstig van Pieter Doens van Groenendijk (ca. 1570 - 1644)


3. Akte waarbij de regenten van het St.-Elisabeth-gasthuis ten overstaan van schepenen verklaren dat Pieter Doensz van Groenendijck, namens zijn overleden vrouw Margarieta Gerrits Vroesendr, in het gasthuis een preuve ten behoeve van een eerzame, arme oude vrouw heeft gesticht, oktober 1631. Na het overlijden van de stichter zal de begeving van deze preuve toekomen aan zijn neef Gerrit Jansz Bonser of diens vrouw Catharina Dircxs Schoonhoven totdat hun vierde dochter Margrieta Gerritsdr. 20 jaar is, en na haar dood hun nakomelingen. -- 1 charter
Het zegel van schepen Cornelis Bouwensz van der Tocht is verdwenen; preuve nr. 11

1.3 Stukken afkomstig van Dirk Jacobsz Schoonhoven (overl. 1640) en zijn kinderen


4. Akte waarbij de regenten van het Oudemannenhuis ten overstaan van schepenen verklaren dat Niesgen Floris, weduwe van Dirck Jacobsz Schoonhoven, in het Oudemannenhuis een preuve heeft gesticht, september 1641. Na haar overlijden zal de begeving van deze preuve toekomen aan haar nakomelingen; met een dorsale aantekening van de stichteres, waarbij het recht van begeving wordt toegekend aan haar oudste kind, maart 1643. -- 1 charter
De zegels van het charter zijn (ged. zwaar) beschadigd; preuve nr. 40.

5. Akte waarbij de regenten van het St.-Catharina- en het St.-Elisabeth-gasthuis ten overstaan van schepenen verklaren dat Agniesgen Floris Verharst, weduwe van Dirck Jacobsz Schoonhoven, in het (Elisabeth-)gasthuis een preuve ten behoeve van een oude vrouw heeft gesticht, november 1643. De begeving van deze preuve zal toekomen aan de oudste van haar kinderen en hun nakomelingen. -- 1 charter
Van het zegel van schepen Anthony Vossenburch resteert slechts een gedeelte; preuve nr. 33.

6. Akte waarbij de regenten van het St.-Elisabeth-gasthuis ten overstaan van schepenen verklaren dat de erfgenamen van Clara Floris Verharst in het gasthuis een preuve ten behoeve van een oude vrouw hebben gesticht, oktober 1651. De begeving van deze preuve zal toekomen aan de kinderen van Dirck Jacobsz Schoonhoven. en hun nakomelingen. -- 1 charter
Alleen van het zegel van schepen Isaac van den Berch is een restant overgebleven; preuve nr. 34.

7. Akte waarbij de regenten van het Oudemannenhuis ten overstaan van schepenen verklaren dat Cornelia Schoonhooven, weduwe van Jan Lambertsz Buys, namens haar overleden zoon mr. Lambert Buys in het Oudemannenhuis een preuve heeft gesticht, april 1670. Na haar overlijden zal de begeving van deze preuve toekomen aan haar dochter Agneta Buys resp. aan haar man mr. Jacob Bonser en hun nakomelingen of anders om beurten aan de nakomelingen van Catharina Dircx Schoonhoven resp. mr. Florens Schoonhoven. -- 1 charter
De zegels van het charter zijn (ged. zwaar) beschadigd; preuve nr. 50.

8. Slagt register van Niesje Floris ...
Fragment-genealogie van Agniesje Floris Verharst, weduwe van Dirk Jacobs. Schoonhoven, ca. 1690. -- 1 stuk

1.4 Stukken afkomstig van Margaretha Bonser (16.. - ca. 1724), echtgenote van mr. Hendrik Storm


9. Akte waarbij Wilm Wilmssoon Vroessen de Oude verklaart het huis op de hoek van de Molenwerf langs het water en tegenover het St.-Margareta-convent tot oudemannenhuis te bestemmen en daarin een preuve sticht, ter begeving door hem of zijn vrouw Machtel Foppendochter, en waarbij Jan Hey Gerritse en Symon Gheenensoon als regenten van het Oudemannenhuis verklaren deze stichting aan te nemen, oktober 1559; afschrift, z.d. (ca. 1700 ?); met een dorsale aantekening van Margareta Storm geb. Bonser over de cessie van (de begeving van) deze preuve door Adriaen Block en de begeving ervan, december 1715. Met twee brieven van Adriaen Block aan Margareta Storm-Bonser, juni 1715. -- 3 stukken
Preuve nr. 1.

10. Akte waarbij de regenten van het St.-Elisabeth-gasthuis ten overstaan van schepenen verklaren dat Gerrit Jansz Bonser, als erfgenaam van zijn tante Jannitgen Gerrit Vroesendochter, in het gasthuis een preuve ten behoeve van een vrouw heeft gesticht, 1629 nov. Met aantekeningen van zijn kleindochter Margaretha, weduwe van mr. Hendrik Storm, betreffende: - de begeving van deze preuve in 1690 en het bezit van de originele akte, z.d. (ca. 1690 ?); met aangehecht een gedeelte van een boedelinventaris waarin deze akte, en een stichtingsakte van een andere preuve (nr. 11) wordt vermeld, z.d. (ca. 1700 ?); - de nakomelingen van haar grootvader in verband met het vergeven van deze preuve, z.d. (ca. 1700 ?) en 1713; - een bezoek aan het gasthuis en de daar aanwezige vier (te vergeven) plaatsen, 1715. -- 1 charter, 4 stukken, 1 katerntje
De zegels van het charter (1629) zijn verdwenen. Preuve nr. 20.

1.5 Stukken afkomstig van Pieter Deynoot (1659 - 1734), zijn vrouw Catharina de Lange (16.. - 1737) en hun zoon Adriaan (1685 - 1744)


11. Register van het fundatieboek van het Oudevrouwenhuys ...
Staat van de preuven in het St.-Elisabeth-gasthuis, met de namen van de stichters, de personen die tot de begeving ervan gerechtigd zijn, de begiftigden, de geïnvesteerde kapitalen en de (te betalen) rente daarop, z.d. (ca. 1725). -- 1 stuk

12. Memorie van de fundatiën ...
Overzicht van de preuven in het St.-Elisabeth-gasthuis en het Oudemannenhuis, ter begeving aan Catharina de Lange, echtgenote van Pieter Deynoot, ca. 1734; met aanvullingen, 1740, 1744. -- 1 stuk

1.6 Stukken afkomstig van Adriaan van Groenendijk (1691-1761), zijn zuster Margaretha van Groenendijk (1693-1770), haar man Melchior Sebastiaan van den Kerckhoven (1691-1761) en/of zijn broer Willem (1678-1758)


13. Akten waarbij een preuve wordt gesticht in het St.-Elisabeth-gasthuis, 1629 - 1651; afschriften, z.d. (ca. 1740). Met een aantekening betreffende een preuve (nr. 12) die het laatst is vergeven door mr. Willem van den Kerckhoven als oudste nakomeling van Gerrit de Lange. -- 5 stukken
Preuven nr. 11, 20, 33 en 34; van deze akten zijn de originele charters bewaard gebleven (inv.nrs. 3, 10, 5 en 6).

14. Akte waarbij de regenten van het Oudemannenhuis ten overstaan van schepenen verklaren dat Pieter Doensz van Groenendijck in het Oudemannenhuis een preuve heeft gesticht. Na zijn overlijden zal de begeving van deze preuve toekomen aan zijn broer Steven resp. diens vrouw Anna Pieters de Lange en hun nakomelingen, maart 1633; afschriften, z.d. (ca. 1750). -- 2 stukken
Preuve nr. 37.

15. Akten waarbij een preuve wordt gesticht in het Oudemannenhuis, 1641 en 1670; afschriften, z.d. (ca. 1750). -- 2 stukken
Preuven nr. 40 en 50; van deze akten zijn de originele charters bewaard gebleven (inv.nrs. 4 en 7).

16. Akte waarbij de regenten van het Oudemannenhuis ten overstaan van schepenen verklaren dat Donatus van Groenendijck, namens zijn overleden vrouw Adriana Gijsberts de Lange in het Oudemannenhuis een preuve heeft gesticht, z.d. (ca. 1750). Na zijn overlijden zal de begeving van deze preuve toekomen aan de nakomelingen van Gijsbert Pietersz de Lange, vader van Adriana, november 1658; afschrift. Met een uittreksel uit de testamenten van het echtpaar Van Groenendijck van 1655. -- 2 stukken
Preuve nr. 47.

17. Akte waarbij de regenten van het St.-Elisabeth-gasthuis ten overstaan van schepenen verklaren dat Donatus van Groenendijck, namens zijn overleden vrouw Adriana Gijsberts de Lange in het gasthuis een preuve ten behoeve van een oude vrouw heeft gesticht, z.d. (ca. 1750). Na zijn overlijden zal de begeving van deze preuve toekomen aan de nakomelingen van Gijsbert de Lange, vader van Adriana, februari 1658; afschrift. -- 1 stuk
Preuve nr. 38.

18. Constitutie van het Oude-vrouwenhuys
Memorie over de financiële toestand van het St.-Elisabeth-gasthuis en de mogelijkheden om die te verbeteren, z.d. (ca. 1706 ? of later). -- 1 stuk (2 bladen)

19. Stukken betreffende het opnieuw in gebruik nemen van het St.-Elisabeth-gasthuis, waardoor de begeving van preuven weer kan worden uitgeoefend, 1734. -- 1 omslag
Gedurende de periode ca. 1706 - 1734 waren de preuven gekapitaliseerd en werd een jaarlijkse rente uitgekeerd aan degenen die met een preuve waren begiftigd.

20. Memorie van de naervolgende chartres ...
Overzicht van "chartres" die de Goudse gasthuizen betreffen en aantekeningen betreffende beide gasthuizen. Met een uittreksel uit de resoluties van de staten van Holland waarbij de godshuizen in het gewest wordt toegestaan erfenissen en dergelijke te aanvaarden, zonder verplichtingen inzake schulden die ten laste van de betreffende nalatenschappen komen, 1680; afschrift, ca. 1734. -- 2 stukken

21. Lijst van de namen der fundateurs ...
Staat van de preuven in het St.-Elisabeth-gasthuis, met de namen van de stichters en de begiftigden, ca. 1747; gedeeltelijk met wijzigingen en aantekeningen betreffende de personen die tot de begeving ervan gerechtigd zijn, 1747 - 1759. -- 1 stuk
Volgens het opschrift overgeleverd in juli 1749.

22. Genealogie ofte geslagt-register van Adriana Gijsberts de Lange
Genealogische tabel, waaruit o.a. blijkt dat Donatus van Groenendijk met zijn nicht Adriana Gijsberts de Lange is getrouwd en dat Melchior Sebastiaan van den Kerckhoven door zijn huwelijk met de Van Groenendijks verwant is, ca. 1762. -- 2 stukken

1.7 Stukken afkomstig van Cornelis Adriaan van den Kerckhoven (1720-1794)


23. Akte waarbij Pieter Deynoot en Catharina de Lange verklaren twee fundatiebrieven van preuven in het Oudemannenhuis te hebben ontvangen uit handen van mr. Willem van den Kerkhoven als mede-executeur van de nalatenschap van Margareta Bonser, weduwe van Hendrick Storm, 1724; afschrift; met een aantekening van (C.A.) van (den) Kerckhoven dat hij de bedoelde akten heeft ontvangen uit handen van A. Gevers Deynoot, 1770. -- 1 stuk
Preuven nr. 40 en 50; zie inv.nrs. 4 en 7.

24. Aantekening van betaling aan regenten van het Oudemannenhuis wegens inschrijving enz. voor een persoon die een preuve in het Oudemannenhuis is toebedeeld, met lijstje van linnengoed en kleding die deze persoon moest meebrengen, z.d. (ca. 1770). -- 1 stuk

1.8 Stukken afkomstig van mr. Melchior Willem van den Kerckhoven van Groenendijk (1753-1808) en zijn broer mr. Aelbrecht van den Kerckhoven (1758-1821)


25. Register van preuven in het Oudemannenhuis en het St.-Elisabeth-gasthuis, ter begeving aan de nakomelingen van Cornelis Adriaan van den Kerckhoven, met gegevens betreffende de begeving ervan sinds 1735, aangelegd (door diens zoon Melchior Willem of zijn broer Aelbrecht) ca. 1807, bijgehouden tot 1868. -- 1 deeltje

26. Overzichtje van de preuven in het St.-Elisabeth-gasthuis die ter begeving staan aan de erfgenamen van mr. C.A. van den Kerckhoven, 1802. -- 1 stuk

27. Aantekening door mr. Aelbrecht van den Kerckhoven van hetgeen iemand die een preuve in het Oudemannenhuis krijgt toebedeeld moet meebrengen, z.d. (ca. 1810). -- 1 stuk

28. Verklaringen van mr. Aelbrecht van den Kerckhoven inzake de begeving van preuven in het St.-Elisabeth-gasthuis, 1810, z.d. en 1821; concepten en afschrift. -- 2 stukken

29. Brief van G.B. Emans (? of Emaus ?) te 's-Gravenhage aan (Aelbrecht van den Kerckhoven ?) met juridisch advies inzake de uitoefening van het recht van begeving van preuven in het Oudemannenhuis en het St.-Elisabeth-gasthuis en de eventuele vererving daarvan, mei 1820. Met een overzicht van de aanwezige originele akten en afschriften en een linnen archiefzak. -- 3 stukken

1.9 Stukken afkomstig van M.C.J. van den Kerckhoven van Groenendijk (1800-ca. 1870)


30. Verklaringen van M.C.J. van den Kerckhoven van Groenendijk inzake de begeving van preuven in het St.-Elisabeth-gasthuis, 1840, 1867; (minuten). Met een aantekening betreffende het openvallen van een preuve, 1865. -- 3 stukken

31. Ingekomen brieven bij M.C.J. van den Kerckhoven van Groenendijk inzake de begeving van preuven in het Oudemannenhuis, 1850, 1857, 1868. -- 3 stukken

32. Brief van V.J. Braggaar aan M.C.J. van den Kerckhoven van Groenendijk inzake de mogelijkheid om de begeving van preuven (in het Oudemannenhuis en het) St.-Elisabeth-gasthuis) bij testament over te dragen, april 1870. -- 1 stuk

2 Stukken betreffende het beheer van de nalatenschap van Adriaan Cornelis de Lange (overl. 1625)


33. Testament van Adriaan Cornelis de Lange, 1625; afschrift. Met overeenkomsten tussen de gerechtigden tot diens nalatenschap inzake het beheer van de nalatenschap, 1666 en 1719; afschriften, z.d. (ca. 1720 ?). -- 2 stukken
Betreft o.a. preuven in het Oudemannenhuis en het St.-Elisabethgasthuis.

34. Akte waarbij de regenten van het St.-Elisabeth-gasthuis ten overstaan van schepenen verklaren dat Cornelis Cornelisz de Lange en Cornelis Gerritse de Lange als executeurs van het testament van Adriaan Cornelis de Lange in het gasthuis een preuve ten behoeve van een oude vrouw hebben gesticht, 1639; afschriften, ca. 1790 en ca. 1807, met aantekeningen betreffende de begeving van deze preuve in de periode 1653 - 1790 resp. 1653 - 1853. Met een aantekening betreffende het openvallen van de preuve in 1853. -- 3 stukken

35. Stukken betreffende de preuve in het Oudemannenhuis, deel uitmakende van de nalatenschap van Adriaan Cornelis de Lange, 1827 - 1867. -- 1 omslag
Preuve nr. 36.

36. Overeenkomst tussen de beheerders van de nalatenschap van Adriaan Cornelis de Lange inzake het beheer ervan, afschrift, september 1846. Met een brief van B.A.C. de Lange van Wijngaarden aan M.C.J. van den Kerckhoven van Groenendijk inzake deze overeenkomst en inzake uitkeringen aan familieleden, en een brief van mevr. H.G.L.A. Houthoff-Slicher met verzoek om een uitkering, december 1846. -- 3 stukken

3 Persoonlijke stukken


37. Kasboek van uitgaven van M.C.J. van den Kerckhoven van Groenendijck tijdens een vakantiereis door Duitsland en Zwitserland, juni - juli 1860. -- 1 katerntje

4 Stukken waarvan het verband met het archief (nog) niet duidelijk is


38. Testament van mr. Henryck Gerritsz Buytenwech, 1610; authentiek afschrift, juli 1657. -- 1 katerntje
Tot universeel erfgenaam wordt zijn zoon Jan Henrycksz Buytenwech benoemd of diens wettige nakomelingen; bij vooroverlijden (zonder wettige nageslacht) zal de nalatenschap worden verdeeld: de ene helft onder zijn (volle) zusters, dochters van zijn moeder Burchgen Henricks (of hun nakomelingen) met een uitkering voor zijn halfbroer Jan Gerritsz Buytenwech, de andere helft t.b.v. de stichting van een hofje voor arme weduwen in Leiden

39. Kaart van gedeelten van de provincies Friesland (zuidoosten), Drenthe (westen) en Overijssel (noorden) met daarop aangegeven de eigendommen van de Maatschappij van Weldadigheid te Veenhuizen, Frederiksoord, Willemsoord en Ommerschans, ca. 1830); gedrukt (litho ?). Afmetingen: 40 x 60 cm; schaal 1 : 115200; N boven. -- 1 stuk
Misschien was M.C.J. van den Kerckhoven van Groenendijk lid van de Maatschappij ?
Te restaureren, zeer voorzichtig raadplegen!

40. Brief van mevr. C. Post-Thierens aan haar zoon H.W.L. (Willem) Post, officier van gezondheid te Delft, z.d. (ca. 1865). -- 1 stuk
H.W.L. Post was van 1862 tot zijn overlijden in 1869 te Delft woonachtig.